Spring naar content

Meer aandacht nodig voor straatintimidatie

17 september 2024

Vrouwen en meisjes voelen zich vaak onveilig in de openbare ruimte. Vooral het openbaar vervoer scoort hoog: 9 van de 10 meisjes en vrouwen voelen zich er niet safe. Wat kunnen gemeenten doen? Volgens Niels van Kleef van Movisie begint beleid met monitoren. Hij ontwikkelde een handreiking om daarmee aan de slag te gaan.

Movisie signaleert dat bij onderzoeken naar veiligheidsbeleving meestal niet wordt gekeken naar straatintimidatie of de veiligheidservaring van meiden en vrouwen. En dat terwijl meiden en vrouwen een hele andere veiligheidsbeleving hebben dan mannen.

Niels van Kleef: ‘Veel gemeenten hebben daardoor geen goed beeld van het probleem. Terwijl dat inzicht de basis is voor effectief beleid. Het is belangrijk om te weten hoe de stand van zaken is, en welke veranderingen en verbeteringen te zien zijn als je maatregelen neemt. De uitkomsten van monitoren kunnen aanleiding zijn om beleidsdoelstellingen aan te passen en om interventies bij te stellen of hiermee door te gaan.’

Hoe kun je het beste met monitoring aan de slag gaan?

‘Maak gebruik van bestaande monitors en zorg ervoor dat jouw monitoring gegevens oplevert die te vergelijken zijn met die van andere gemeenten en met het landelijke beeld. Er zijn allerlei lokale monitors waar je je eigen vragen aan kunt toevoegen, deze hebben we op een rij gezet in onze onlangs verschenen Handreiking Monitoring. Daarnaast kun je voor specifieke vragen kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeken uitzetten. Verder is het goed om oog te hebben voor jongens en mannen als slachtoffers, omstanders en plegers. Zij zijn deel van de oplossing, maar over hun rol en ervaringen is nog weinig bekend.’

Zijn er gemeenten die al goed bezig zijn?

‘Ja, de gemeente Leiden heeft een goede aanpak als het gaat om het monitoren van straatintimidatie. Ze gebruiken bestaande monitors waar ze extra vragen aan toevoegen en evalueren beleidsdoelen met name kwalitatief. De gemeente werkt nauw samen met de Universiteit Leiden en heeft bijvoorbeeld een eigen stadscriminoloog die regelmatig de stand van zaken in kaart brengt. Studenten doen er ook regelmatig onderzoek, bijvoorbeeld over veiligheidsgevoelens, straatintimidatie, seksualiteit en genderrollen. Dit levert veel bruikbare kennis op. Bijkomend voordeel is dat studenten op deze manier actief worden betrokken bij het veiligheidsbeleid.’

Zijn er valkuilen bij het inzetten van een monitor?

‘Ja, wanneer je als gemeente straatintimidatie op de agenda zet en maatregelen gaat nemen, zie je vaak dat het aantal meldingen toeneemt omdat mensen zich meer van het probleem bewust worden. Wees er dus alert op dat toename van het aantal meldingen niet automatisch betekent dat het ingezette beleid faalt.

Verder is het van belang om niet alleen het aantal incidenten te monitoren maar ook andere zaken: hoe ontwikkelt zich de sociale norm als het gaat om straatintimidatie? In hoeverre spreken omstanders zich uit bij incidenten? Kijk hier in de monitoring dus ook naar. Dergelijke indicatoren sluiten ook beter aan op de beleidsdoelstellingen die de meeste gemeenten hebben opgesteld in hun aanpak tegen straatintimidatie.’

Dit interview verscheen eerder in het magazine van Binnenlands Bestuur.

Deel via: